EEN ARTIKEL UIT BW nr. 116

GERARD LEONARD SMIT SIBINGA, HOOGLERAAR IN KAUNAS, 1923-1925

Nadat de zelfstandigheid van de Baltische landen vanaf 1920 was geborgd, kon worden begonnen met de opbouw en inrichting van de landen. Ook dat van het academische leven. De oude Universiteit van Vilnius lag in het door de Polen bezet gehouden Litouws gebied en was voor de jonge Litouwse Republiek verloren gegaan.

In januari 1920 werd in Kaunas een eerste centrum voor studies opgericht, de zg. Hogere Studies, daaronder een technische sectie. De studies waren succesvol en groeiden. In 1922 waren er 480 studenten en 48 docenten. Op 16 februari 1922 besloot de Litouwse regering de school voor Hogere Studies om te vormen naar een universiteit met de volgende faculteiten: Theologie, Sociale Wetenschappen, Wiskunde en Natuurwetenschappen, Medicijnen en Technologie. In 1930 volgde de ombenoeming in Vytautas Magnus Universiteit. Deze telde toen al zeven faculteiten.

Een kenmerk van de eerste jaren van het academische leven in alle drie de Baltische landen was het feit dat er professoren uit het buitenland werden aangetrokken om het academische leven mede vorm te geven. Dit lag weer aan het feit dat er gewoonweg een tekort was aan universitaire docenten en professoren. Zij kwamen uit alle windstreken: uit Duitsland, Rusland, Engeland, Scandinavië en Frankrijk. Zo kon het gebeuren dat de Nederlander Gerard Leonard Smit Sibinga in Kaunas kwam om te doceren en om onderzoek te gaan doen.

In Rīga was bijvoorbeeld de Nederlandse priester, wetenschapper en historicus Jean C.J. Kleijntjens[1] actief. Op religieus gebied was bv. de Nederlandse pater Zacharias Anthonisse in Narva actief om het katholieke geloof daar te verstevigen. 

Gerard L. Smit Sibinga. Portret uit 1958 door Willem Gerard Hofker. (ht²ps://rkd.nl).

Wie was Gerard L. Smit Sibinga
Hij werd op 30 oktober 1895 geboren in Soerabaya (Nederlands Oost-Indië) als zoon van Egbertus Smit Sibinga (1871-1951) en Sophia Maria Schim van der Loeff (1875-1950)[1]. Op 21 april 1924 trouwde Gerard met Alice Antonia Anna (von) Barnehl in het Zuidlitouwse Seirijai.[2] Daar was de Nederlandse tuindersfamilie Stoffel overigens werkzaam.

Het echtpaar kreeg drie kinderen: Bruno Walther (geb. 23.04.1927 in Balikpapan op Borneo), Tamara Brigitte (geb. 06.09.1930 te Batavia) en Antonia Johanna Frederika (Hanneke; geb. 09.10.1939 in Amsterdam).

Smit Sibinga stierf in Amsterdam op 4 augustus 1963. Zijn echtgenote was hem op 1 juli 1959 op 56-jarige leeftijd in Bloemendaal na een zeer langdurig ziekbed voorgegaan. Alice's zus Helene Hilda Lilly (1900-1977) was getrouwd met de tuinder en voormalige houthandelaar Cornelis Stoffel (1883-1967). Alice's en Helene's vader ds. Friedrich von Barnehl, was o.a. predikant van de evangelisch-gereformeerde gemeente van Seirijai maar had o.a. ook gepreekt in Odessa. Hij stierf in 1930 in Seirijai op 59-jarige leeftijd. Beide dochters Von Barnehl waren in Litouwen geboren en dus Litouwenduitsers. Cornelis Stoffel had tijdens het Interbellum tuinderijen bij Kaunas en te Seirijai. Smit Sibinga vervulde zijn militaire dienst en was daarna eerste luitenant der artillerie in de reserve.

In Litouwen
Nadat Smit Sibinga van Nederlands Oost-Indië naar Nederland was verhuisd, studeerde hij geologie aan de Universiteit van Zürich. In 1921 verdedigde hij zijn proefschrift over het onderwerp 'Die Klippen der Mythen und Rotenfluh'.

In het jaar 1923 werd Smit Sibinga uitgenodigd om de afdeling Geologie van de pas opgerichte Universiteit van Kaunas te komen instellen en kreeg de titel van buitengewoon hoogleraar. Hij was pas 28 jaar jong. Hij heeft zijn aanstelling met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te danken aan bemiddeling van zijn oom Johannes Schim van der Loeff, een zakenman, sinds november 1920 Nederlands consulair agent in Kaunas en van januari 1922 tot eind oktober 1928 Nederlands consul aldaar.

In 1924 leidde Smit Sibinga de eerste Litouwse geologische expeditie om mineralen in Litouwen te exploreren. Dit bracht hem met zijn onderzoekers naar de rivieren Venta, Dabikinė en de Vadakstė bij de Letse grens in de Żemaitija. Daar troffen ze klei aan uit de geologische perioden het Quartair, de Jura en de Trias. Voorts troffen ze kalksteen uit het Perm aan. Vanwege onenigheid met het universitaire bestuur verliet Smit Sibinga Litouwen in 1925. Hij logeerde vaak bij zijn oom Johannes en diens echtgenote, tante Line van Linden van den Heuvell[3].

Beschouwing van de Litouwse taal
Na de terugkomst in Nederland gaf de heer Smit Sibinga of een vraaggesprek of schreef een ingezonden stuk welke in de 'Nieuwe Leidsche Courant' van 15 maart 1926 verscheen. Daarin legt hij zijn ervaringen, beschouwingen indien u wilt, vast met de Litouwse taal. Het is hier integraal weergegeven èn in de spelling van die tijd:

Het Litausch
Prof. Dr. G.L. Smit Sibinga, hoogleraar in de geologie te Kaunas (de hoofdstad van de republiek Litauen) zegt in het Tijdschrift van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap:
De Litauers spreken een zeer oude taal, welke een merkwaardige overeenkomst vertoont met het Sanscrit.
Ik had mij met groote belangstelling op de studie van het Litausch toegelegd, dat ongetwijfeld een hoogst interessant studieobject is. Bovendien had ik daarbij het voorrecht een jong philoloog, een der makers van het moderne Litausch, als leermeester te hebben.

Het behoort echter tot de onmogelijkheden een taal, welke in ontwikkeling ten minste 20 of 30 eeuwen ten achter is en tot voor kort slechts door boeren en lijfeigenen gesproken werd, in enkele jaren tijds voor ons moderne denken pasklaar te maken. Dit moderne Litausch of hoog-Litausch, dat te Kaunas gemaakt en gesproken wordt door eenige duizenden Litausche nationalisten, verstaat men in het overige "lage" Litauen slechts zeer gebrekkig of in het geheel niet. Wij hebben dit in het binnenland maar al te vaak ondervonden.

Voor alle eenigszins moderne voorwerpen of begrippen, welke in het steenen tijdperk nog niet bestonden, werden in Kaunas nieuwe woorden en uitdrukkingen gefabriceerd door een van staatswege daartoe ingestelde nomenclatuurcommissie. Tot deze commissie had een ieder zich te wenden – bij gebrek aan een woordenboek – wanneer hij om een Litausch woord of gezegde verlegen was.

Begrijpelijkerwijze lieten velen deze wandeling naar de nomenclatuurcommissie achterwege en maakten zelf het verlangde Litausche woord of gebruikten een andere taal om zich uit te drukken. Dit laatste was natuurlijk het allereenvoudigst, daar voor den wereldoorlog in Kaunas vrijwel niemand Litausch sprak, doch ieder het Russisch, Poolsch of Duitsch kende, maar dit was niet naar den zin der nationaal-voelende Litauers, zoodat men gedwongen werd in alle officieele stukken het Kaunasche Litausch te gebruiken.

Zodra er echter geen Litausch nationalist in de buurt is, spreekt ieder weer gauw een ander taaltje.

Na Litouwen
Smit Sibinga ging terug naar Nederlands Oost-Indië en werkte als geologisch adviseur bij een oliemaatschappij in Batavia en later als assistent aan de Technische Hogeschool van Delft. Van 1936 tot 1939 doceerde hij als privaat-docent geomorfologie en fysische geografie aan de Universiteit van Amsterdam (UVA). Van 1940 tot in 1946 als lector in dezelfde disciplines. Smit Sibinga bleef tot aan zijn dood als professor aan de UVA verbonden.

Bronnen:
Gerardas Leonardas Smit Sibinga, artikel op de Litouwstalige Wikipedia (Vikipedija). 
Het Litausch, artikel in 'Nieuwe Leidsche Courant', p. 2, 15.03.1926, op ht²ps://leiden.courant.nu.
Kaunas University of Technology, artikel op de Engelstalige Wikipedia-pagina.
Overlijdensadvertentie van Friedrich von Barnehl in 'Bataviaasch nieuwsblad', 28-07-1930, op w³.delpher.nl.
Overlijdensadvertentie van Alice Antonia Anna Barnehl in 'Algemeen Handelsblad', 04.07.1959, op w³.delpher.nl

Noten

[1] In 'Baltische Wijzer' 105 is een artikel aan de heer Kleijntjens gewijd.
[2] Egbert Smit Sibinga was een werktuigbouwkundig ingenieur en Sophie Schim van der Loeff, pianopedagoge en mede-oprichtster van het Amsterdamsch Muzieklyceum. Hun zoon Theo, Gerard's broer, was cellist, dirigent, componist, musicus, schilder en docent (ht²ps://www.theosmitsibinga.nl).
[3] Zij was een dochter van de evangelisch-gereformeerde predikant van Seirijai, Friedrich von Barnehl.
[4] Mededeling van Ineke de Mooij, een kleindochter van Johannes en Line Schim van der Loeff.


Nederlands - Baltische - Vereniging
Alle rechten voorbehouden 2024
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin